Parmezaanmousse met groene asperges, gekaramelliseerde pruimen en rucola

Vandaag krijgen jullie van ons een slaatje voorgeschoteld. Een slaatje met rauwe, groene asperges!
Het kan op het eerste gezicht een wat ongewone combinatie lijken door het gebruik van pruimen, maar het smaakt echt lekker. Het voordeel is ook dat je de parmezaanmousse 1-2 dagen van tevoren kan bereiden en 4-5 dagen in de koelkast kan bewaren. Dus mocht je dit willen maken als je genodigden over de vloer krijgt, dan kan je het al iets op voorhand voorbereiden.



Ingrediënten:
Parmezaanmousse
- 3 blaadjes gelatine
- 3 dl melk
- 150 g Parmezaanse kaas, versgeraspt
- zout, cayennepeper
- 250 g slagroom, stijfgeklopt

- 8 groene asperges, schoongemaakt (ik gebruikte groene aspergepunten)
- 6 kleine pruimen, gehalveerd en ontpit
- 30 g boter
- zeezout, versgemalen zwarte peper
- 2 el rode wijnazijn
- 3 el honing
- 1 middelgrote stronk witlof, schoongemaakt, blaadjes losgemaakt
- 50 g rucola
- 40 g pijnboompitten, goudbruin geroosterd

Werkwijze:
Voor de Parmezaanmousse:
Laat de gelatine 5 minuten weken in koud water. Breng ondertussen de melk aan de kook en smelt daarin onder voortdurend roeren de Parmezaanse kaas. Neem de pan van het vuur, knijp de gelatine uit en los deze op in de hete melk. Breng het geheel op smaak met zout en cayennepeper en laat het afkoelen. Spatel de geklopte slagroom voorzichtig door de mousse als deze dik begint te worden. Doe de mousse in een kom, dek deze af en zet hem 4-5 uur in de koelkast.
Snijd de asperges schuin in dunne plakken.
Bak de pruimhelften aan in de boter en bestrooi ze met zout en peper. Druppel er wat azijn over, doe de honing erbij en laat de pruimen glaceren in de siroop. Verdeel de pruimen, witlof, rucola en asperges over vier borden en besprenkel ze met de honingsiroop. Doop een lepel in heet water en steek mooie ovalen uit de Parmezaanmousse. Leg ze op de salade en bestrooi ze met de pijnboompitten en wat extra cayennepeper.
Smakelijk!

Bron: Asperges 70 tips voor fijnproevers van Michael Wissing en Andreas Neubauer.

Reacties