Abrikozentaart

Hemelvaartsdag, was dit jaar een dag zoals alle andere dagen. Vroeger toen de kinderen nog klein waren trokken wij die dag al 's morgens heel vroeg naar Destelbergen. Naar Bergenkruise zoals het bedevaartsoord daar heet. Slechts éénmaal per jaar, op Hemelvaartsdag, vonden daar eucharistievieringen in open lucht plaats. Een speciale belevenis. Op bankjes of rechtopstaand, met het geluid van de vogeltjes op de achtergrond en héél veel mensen. Er was zelfs een soort Vlaamse kermis aangekoppeld. Op een boerderijtje waren stoelen en tafeltjes gezet, en van 's morgens vroeg zaten daar al mensen te genieten van een wafel en een koffietje of iets sterkers. Dit jaar dus gewoon een vrije dag, tijd om wat te genieten, relax te zijn en wat te ordenen en knutselen. Kan ook eens deugd doen. Veel van wat wij als 'moeten' beschouwen is weggevallen in coronatijd. Misschien stemt dit tot nadenken!

Ingrediënten:
- 1 rol kruimeldeeg
- snuifje kaneelpoeder
- 750 g abrikozen
- 1 el zelfrijzende bloem
- 3 eieren
- 75 g fijne suiker
- 200 g room

Werkwijze:
Plaats het deeg met bakpapier in een taartvorm. Prik met een vork enkele malen in de bodem. Was de abrikozen en halveer en haal de pit eruit. Schik deze op de taartbodem. Klop de suiker met de 3 hele eieren. Voeg de eetlepel bloem en een 1/2 el kaneelpoeder toe en als laatste voeg je de room toe. Giet deze crème over de abrikozen. Plaats in een oven van +- 175°C. en laat ongeveer een 35 à 40 minuten bakken. Vervolgens kan je de taart nog afwerken met enkele geroosterde amandelen en bestrooien met wat extra bloemsuiker. De taart smaakt zeker niet te zoet, geen schrik, integendeel het zuurtje van de abrikozen zorgt voor een aangename toets.

Bron: 'Het Rijk der Vrouw' 1988


Reacties