Chocolade perentaart met amandelpoeder

Deze taart stond al een tijdje klaar om te bloggen. Je kan dit zien aan het tafelkleedje. Peren en chocolade zijn altijd een hemelse combinatie. In 2018 blogden wij een perenmousse met chocolade. Dit was ook een groot succes. 

Ingrediënten:

- 400 g kristalsuiker

- 3 dl water

- 1/2 citroen

- 40 g gember

- 2 peren

- 120 g boter

- 140 g bloem

- 1 vel bladerdeeg

- 100 g chocolade

- 1 dl melk

- 4 el gembersiroop

- 2 eieren

- enkele druppels amandelextract

- 200 g amandelpoeder

- 1 el cacaopoeder

 

Werkwijze:

Meng 300 g kristalsuiker met het water en breng het geheel aan de kook. Laat het water even koken tot alle suiker is opgelost. Voeg er wat citroensap aan toe. Schil de gember, snij hem in reepjes en voeg hem toe aan het suikerwater. Laat de gember een 5-tal minuten konfijten.. Schil de peren, verwijder het klokhuis en snijd ze in kwartjes. Dompel ze onder in het suikerwater. Leg er gewicht op zodat de peren mooi ondergedompeld blijven.

Verwarm de oven voor op 175°C en vet een springvorm in met boter en bloem. Bedek de ingevette taartvorm met het bladerdeeg, duw het deeg goed aan in de randen en prik gaatjes in de bodem. Smelt de chocolade au bain-marie. Doe de boter met de suiker in de kom van de keukenmachine en klop het geheel tot een bleke massa. Meet de melk af en doe er de gembersiroop bij. Voeg de eieren toe aan de boter en suiker. Giet er ook de melk met gembersiroop bij. Doe er nog een druppel amandelextract bij. Weeg de bloem en het amandelpoeder af. Doe er nog een flinke eetlepel cacaopoeder bij. Voeg lepel per lepel toe aan het beslag. Meng tenslotte de gesmolten chocolade onder het beslag. Stort het chocoladebeslag in de vorm. 

Haal de peren uit de siroop en laat ze kort uitlekken op keukenpapier. Schik ze op het beslag. Wrijf de kwartjes nog in met wat siroop. Schuif de taart minstens 45 minuten in de oven. Haal de taart uit de oven als ze goed gebakken is. Laat eerst helemaal afkoelen voor je ze aansnijdt. Je kan de taart eventueel bestrooien met wat bloemsuiker.

Bron: Jeroen Meus, dagelijkse kost.