Winterse appeltaart

Rare naam hé, maar jullie zullen straks wel begrijpen waarom ik ze zo noem. Vorig jaar en dit jaar zijn we in de Spaanse les een toer aan het maken door de verschillende provincies. Momenteel bekijken we Asturia. Ook het culinaire komt aan bod. In Asturia maken ze cider. Mijn lerares stuurde mij een foto door van een appeltaart met cider. Het was meer een room/kaastaart. Ik had niet de tijd om ze te maken maar maakte in de plaats deze cake met appel en cider. Waarom noem ik deze winters?  Omdat er warme kruiden in gaan. Ik gebruikte 'pain d'epices' kruiden. Anijs, kaneel, gember en kruidnagel. De cake viel super in de smaak, ik had nog juist een klein stukje over om mijn man te laten proeven. Wij dronken er in de les alvast een glaasje cider bij. Het was wel niet de cider uit Asturia, maar dat leek alvast niemand te deren.


Ingrediënten:
- 210 g bloem
- 3 tl bakpoeder
- 1 tl natriumbicarbonaat
- 100 g boter
- 90 g bruine suiker
- 2 eieren
- 3 tl koekkruiden
- 2/3 kop Griekse yoghurt

- 3 Granny Smith
- 250 ml  appelcider
- 115 g suiker

Werkwijze:
Klop de eieren met de suiker tot een schuimig mengsel. Zeef de bloem met de bakpoeder en baksoda, voeg hier vervolgens de koekkruiden aan toe. 
Klop de boter onder het eimengsel. Klop er vervolgens de yoghurt onder. Spatel er tenslotte het bloemmengsel onder. Vet een vorm lichtjes in en plaats er een bakpapier in. Giet het mengsel in de vorm. Snijd de appelen in partjes en verwijder de pitten. Eventueel kan je ze schillen ( ik heb dit gedaan)  maar het hoeft niet. Steek ze vervolgens in het beslag zoals de blaadjes van een roos. Bak in een voorverwarmde oven van 175°C. voor ongeveer een 40 tal minuutjes. Doe de prik test!
Ondertussen verwarm je de cider met de suiker. Laat wat inkoken.
Wanneer de taart uit de oven komt, prik je hier en daar een gaatje in en je kwast er het cidermengsel over, doe dit meerdere keren. Laat ze tot slot afkoelen.
Smakelijk!

Reacties