Granaatappel- amandelcake met rozensiroop.
Woensdag kwam de post met een nieuw kookboek langs ' Kaneel en Kardemon' uitgegeven door Anne Shooter. Bij het openslaan, kwam het water mij al in de mond. Ik hou wel van al die smaken zoals kaneel, kardemon, amandel, vanille en citrussmaken.
Gezien ik op donderdagavond te laat thuis was om nog naar de Spaanse les te kunnen gaan, ben ik dan maar beginnen bakken. Ik kan jullie vertellen dat het heerlijk rook toen de gebakjes uit de oven kwamen. 's Anderendaags werden ze ook gesmaakt op kantoor!
Ingrediënten:
- 200 gr boter, op kamertemperatuur, plus extra om in te vetten
- 200 gr fijne kristalsuiker
- 3 eieren
- geraspte schil van 1 onbespoten sinaasappel, plus sap van 1/2 sinaasappel
- 1 tl vanille-extract
- 1 tl amandelextract
- 140 gr zelfrijzend bakmeel
- 100 gr gemalen amandelen
- pitjes van 1 granaatappel
Voor de siroop:
- 100 ml granaatappelsap
- sap van 1/2 sinaasappel
- 85 gr fijne kristalsuiker
- 1 vanillestokje, in de lengte gehalveerd
- 1 el rozenwater
- pitjes van 1 granaatappel
Werkwijze:
Verwarm de oven voor tot 160° C. Vet 12 kleine tulbandvormen of puddingvormpjes in met boter en bestuif licht met bloem.
Klop de boter met de kristalsuiker in 10 minuten bleek en romig. Voeg de eieren één voor één toe en klop goed na elk ei. Roer de geraspte sinaasappelschil, het sinaasappelsap, het vanille-extract en het amandelextract erdoor. Spatel het zelfrijzend bakmeel en de gemalen amandelen er met een grote metalen lepel door. Doe een deel van de granaatappelpitjes erbij en roer door.
Schenk het beslag in de vormen en bak 30 minuten in de oven tot de cakejes goudbruin en gerezen zijn en een satéprikker er schoon weer uit komt.
Maak intussen de siroop. Meng het granaatappelsap met het sinaasappelsap, de kristalsuiker en het vanillestokje (ik gebruikte wat fijn vanillepulp) in een kleine pan. Verhit tot de suiker is opgelost, breng aan de kook en laat inkoken tot een siroop. Laat afkoelen, haal het vanillestokje eruit en roer het rozenwater en de granaatappelpitjes erdoor.
Gezien ik op donderdagavond te laat thuis was om nog naar de Spaanse les te kunnen gaan, ben ik dan maar beginnen bakken. Ik kan jullie vertellen dat het heerlijk rook toen de gebakjes uit de oven kwamen. 's Anderendaags werden ze ook gesmaakt op kantoor!
- 200 gr boter, op kamertemperatuur, plus extra om in te vetten
- 200 gr fijne kristalsuiker
- 3 eieren
- geraspte schil van 1 onbespoten sinaasappel, plus sap van 1/2 sinaasappel
- 1 tl vanille-extract
- 1 tl amandelextract
- 140 gr zelfrijzend bakmeel
- 100 gr gemalen amandelen
- pitjes van 1 granaatappel
Voor de siroop:
- 100 ml granaatappelsap
- sap van 1/2 sinaasappel
- 85 gr fijne kristalsuiker
- 1 vanillestokje, in de lengte gehalveerd
- 1 el rozenwater
- pitjes van 1 granaatappel
Werkwijze:
Verwarm de oven voor tot 160° C. Vet 12 kleine tulbandvormen of puddingvormpjes in met boter en bestuif licht met bloem.
Klop de boter met de kristalsuiker in 10 minuten bleek en romig. Voeg de eieren één voor één toe en klop goed na elk ei. Roer de geraspte sinaasappelschil, het sinaasappelsap, het vanille-extract en het amandelextract erdoor. Spatel het zelfrijzend bakmeel en de gemalen amandelen er met een grote metalen lepel door. Doe een deel van de granaatappelpitjes erbij en roer door.
Schenk het beslag in de vormen en bak 30 minuten in de oven tot de cakejes goudbruin en gerezen zijn en een satéprikker er schoon weer uit komt.
Maak intussen de siroop. Meng het granaatappelsap met het sinaasappelsap, de kristalsuiker en het vanillestokje (ik gebruikte wat fijn vanillepulp) in een kleine pan. Verhit tot de suiker is opgelost, breng aan de kook en laat inkoken tot een siroop. Laat afkoelen, haal het vanillestokje eruit en roer het rozenwater en de granaatappelpitjes erdoor.
Haal de cakejes uit de oven, stort ze uit de vormen als ze nog warm zijn en schenk de siroop erover. Zorg ervoor dat de granaatappelpitjes gelijkmatig worden verdeeld. De cakejes zijn afgedekt twee dagen houdbaar!
Reacties
Een reactie posten